We leren allemaal dat het belangrijk is om goed te zijn voor de medemens, maar wat betekent dat eigenlijk, 'goed' zijn? Hoe ver moet je daarin gaan, wat mag het kosten, en hoe stel je grenzen? Kan je in de huidige individualistische maatschappij nog wel 'goed' zijn zonder dat daar meteen misbruik van wordt gemaakt?

In De goede mens van Sezuan volgen we Shen Te en haar worsteling om zo goed mogelijk te leven. Zij leeft in het arme Sezuan en om het hoofd boven water te houden verkoopt ze zichzelf. Op een goede avond komen drie goden bij haar op de stoep, die haar vragen om onderdak voor de nacht. Als zij hen onderdak verschaft ten koste van klandizie, belonen zij haar voor haar goedheid en kan zij met het geld een tabakswinkeltje overnemen.

Al gauw staan er ook andere mensen op haar stoep. Familie, buren, kennissen van vroeger; er zijn veel mensen die lastig rond kunnen komen en graag meeprofiteren dat het Shen Te nu voor de wind gaat. Shen Te doet wat ze kan, maar ziet zich op een gegeven moment genoodzaakt haar strenge neef Shui Ta te hulp te roepen. En dan wordt ze ook nog verliefd...